Over de invloed van testosteron op het ontstaan van dyslexie.
3 Dyslexie en de testosteron-theorie 6.
3 Evaluatie van de testosteron-theorie 7.
3.1 Afwijkende cerebrale dominantie 7.
3.2 Testosteron 8.
3.3 Dyslexie 9.
4 Conclusie 10.
5 Literatuur 11.
Samenvatting.
Geschwind, Behan en Galaburda ontwikkelden een theorie waarin de etiologie van verschillende afwijkingen, waaronder dyslexie, wordt uitgelegd als het gevolg van een hoge concentratie testosteron tijdens de zwangerschap. Deze hoge concentratie testosteron zou op verscheidene manieren invloed kunnen hebben op de groei van de hersenstructuur en daarmee op het ontstaan van dyslexie. In dit verslag wordt een antwoord gezocht op de vraag of dyslexie ontstaat door een verstoorde groei van de linker hersenhelft als gevolg van een hoge prenatale concentratie testosteron. Teneinde deze vraagstelling te beantwoorden worden in het eerste deel van het verslag de belangrijkste begrippen en aannamen van de theorie behandeld. In het tweede deel van het verslag wordt aan de hand van een aantal artikelen gekeken naar de houdbaarheid van de theorie. Tenslotte blijkt dat de theorie van Geschwind, Behan en Galaburda tot nog toe onvoldoende verklaring biedt voor de etiologie van dyslexie.
.
1 Inleiding.
Het essentiële kenmerk van dyslexie is een ernstige lees- en spellingsachterstand welke, gezien de leeftijd en genoten scholing van een persoon, niet in de verwachting ligt. Om van dyslexie te kunnen spreken moet deze achterstand niet kunnen worden verklaard door een zwakke intelligentie, fysieke en sensorische beperkingen en evenmin door emotionele, pedagogische en economische verwaarlozing. Voor wat de etiologie van dyslexie betreft bestaan verscheidene hypothesen met verklaringen op verschillende niveaus (De Graaf-Tiemersma, 1994). Ten eerste kan dyslexie worden verklaard in termen van ontbrekende vaardigheden. Een dergelijke theorie beschouwt dyslexie als een visueel deficit dat tot uiting komt in problemen met de visuele perceptie en het visueel geheugen.